Van Hamaele

Deze zaal ligt op de gelijkvloerse verdieping van het Convent van Chièvres. Om dit gebouw te bereiken, wandelt u vanaf de parking een stukje het Groot Begijnhof in. Om het historische karakter van de locatie te bewaren, zijn de straten geplaveid met authentieke kasseien.

Een stukje geschiedenis

Maria Magdalena van Hamal van Elderen (ca. 1460-1540) was de echtgenote van Willem van Croÿ, naar wie een andere zaal in dit gebouw genoemd is. Willem was haar tweede echtgenoot. Samen stichtten ze een celestijnenklooster te Heverlee, maar dit bestaat nu helaas niet meer.

Met gelden uit het testament van Maria Magdalena werd in 1561 het Convent van Chièvres gebouwd. De kleine peerspits op het grote leien tentdak is een verwijzing naar de twee hoektorens van het kasteel van de familie van Croÿ – van Hamal in Heverlee. Tot aan de Franse Revolutie prijkten hun wapenschilden boven de ingangspoort. Momenteel hangt er een kleurrijk schild van keramiek met jaartal 1561 en dezelfde  wapens.

Het Convent moest onderdak bieden aan 13 onbemiddelde begijnen. Het werd in belangrijke mate mee gefinancierd door Leo de la Cousture, stadhouder van de Hertog van Aarschot, en diens vrouw, Margarita Eijgens die na het overlijden van haar man begijn werd in Leuven. De publieke ruimtes links en rechts van de zaal Van Hamaele heten respectievelijk Cousture en Eygens.

Vanaf het Frans Bewind kreeg het Convent verschillende opeenvolgende bestemmingen als textielfabriekje, later als stedelijk meisjesweeshuis. Vanaf 1937 tot het begin van de restauratie in 1968 diende het als klooster voor de Aalmoezeniers van de Arbeid.

Zaalopstelling